960 Jaar geschiedenis

1048 Jeruzalem

 

 

Het ontstaan van de Orde gaat terug tot het jaar 1048. Naar het schijnt zouden kooplieden van de vroegere maritieme republiek Amalfi toestemming van de kalief van Egypte hebben gekregen om in Jeruzalem een kerk, een abdij en een hospitaal te bouwen waar zieke pelgrims, ongeacht hun ras of religie, werden verpleegd. De Hospitaalridders van Sint Jan van Jeruzalem - een kloostergemeenschap die zich toelegde op het beheer van het hospitaal voor hulp aan pelgrims in het Heilig Land -  werd onafhankelijk onder leiding van zijn stichter, de zalige Gerardus.

Bij een op 15 februari 1113 uitgevaardigde bul plaatste Paus Paschalis II het hospitaal van Sint Jan onder de bescherming van de Heilige Stoel; hierdoor werd hij gemachtigd de leiders van de Orde vrij te kiezen zonder inmenging van andere leken- of religieuze overheden. Krachtens deze bul werd het Hospitaal een religieuze lekenorde. Alle Ridders waren religieuzen, gebonden door de drie kloostergeloften: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid.

Door het Handvest van het Koninkrijk Jeruzalem werd de Orde verplicht de militaire verdediging van de zieken en de pelgrims en tevens de bescherming van haar medische centra en van de belangrijkste routes op zich te nemen. Naast haar taak in de ziekenverpleging aanvaardde de Orde ook de rol van verdediger van het Christendom. Het achtpuntige kruis is het symbool van de hospitaalactiviteiten van de Orde. Het Latijnse kruis is het symbool van de militaire en soevereine activiteiten.

1291 Cyprus

In 1291, na de val van Akko (Saint-Jean d’Acre) en het verlies van het Heilig Land, verplaatste de Hospitaalorde van Sint Jan haar hoofdkwartier en haar hospitaal naar Limassol op het eiland Cyprus, waar de Orde reeds sinds 1210 aanwezig was dank zij het verkrijgen van grote bezittingen en de toekenning van handelsrechten en voorrechten. De Orde bleef haar opdracht in de ziekenverpleging trouw en stichtte nieuwe ziekenhuizen. Ze maakte gebruik van de strategische ligging van het eiland en bouwde een vloot ter bescherming van de pelgrims die zich naar het Heilig Land begaven. Door het toenemend aantal leden in heel Europa werd de structuur van de Orde verstevigd; zij verkreeg nieuwe bezittingen langs de oevers van de Middellandse Zee, waaronder de grote haven van Famagusta, de stad Nicosia en talrijke commanderijen.

Door de groeiende instabiliteit van Cyprus werd verdere uitbreiding op het eiland onmogelijk en beschouwden de Hospitaalridders het eiland Rhodos als de meest geschikte plaats om er het hoofdkwartier van de Orde van Sint Jan te vestigen. Plaatsvervangende meesters bleven nog gedurende een eeuw aanwezig op Cyprus om er de priorijen en commanderijen (in 1374 meer dan 60) te besturen; halverwege de  15de eeuw werden zij teruggeroepen naar het hoofdkwartier op Rhodos.

1310 Rhodos

Onder leiding van Grootmeester Fra’ Foulques de Villaret landden de ridders van de Orde van Sint Jan op het eiland Rhodos in 1307. Na het eiland te hebben verworven in 1310 vestigden zij er hun hoofdkwartier.

Hierdoor werd het noodzakelijk te beschikken over een zeemacht ter verdediging van de christelijke wereld. De Orde bouwde dan ook een machtige vloot, die actief was in de oostelijke zeeën en daar deelnam aan talloze, vaak beroemde veldslagen ter verdediging van het Christendom.

De uit pauselijke besluiten voortvloeiende onafhankelijkheid van de Orde tegenover andere Staten, alsook haar algemeen erkend recht tot het werven en onderhouden van een strijdmacht en tot het benoemen van ambassadeurs, vormen de grondslag van haar internationale soevereiniteit.

Vanaf het begin van de veertiende eeuw werden de instituten van de Orde en de Ridders, die op Rhodos uit alle delen van Europa aankwamen, gegroepeerd per “TAAL” (lingua). Aanvankelijk waren er zeven “Talen”: Provence, Auvergne, Frankrijk, Italië, Aragon (Navarra), Engeland (met Ierland en Schotland) en Duitsland. In 1492 werd een achtste “Taal” toegevoegd, die van Castilië en Portugal.

Elke “TAAL“ bestond uit Prioraten en Grootprioraten, Balijen en Commanderijen.

De Orde werd bestuurd door de Grootmeester (de prins van Rhodos) en de Raad. Zij gaf een eigen munt uit en onderhield diplomatieke betrekkingen met andere staten. De hoogste functies van de Orde werden toegekend aan vertegenwoordigers van verschillende “Talen“ en ook de zetel van de Orde, het Convent, was samengesteld uit leden van verschillende “Talen”, allen religieuzen van diverse nationaliteiten.

Na een zes maanden durend beleg en bloedige gevechten tegen de vloot en het leger van sultan Suleyman II de Grote moesten de Ridders zich in 1523 uiteindelijk overgeven, en konden ze Rhodos met militaire eer verlaten.

1530 Malta

De Orde bleef meerdere jaren verstoken van grondgebied tot Grootmeester Fra’ Philippe de Villers de l’Isle Adamin 1530 bezit nam van het eiland Malta, dat Keizer Karel V aan de Orde had afgestaan met de goedkeuring van Paus Clemens VII.

Er werd bepaald dat de Orde neutraal diende te blijven bij conflicten tussen christelijke staten.

In 1565 verdedigden de Ridders, aangevoerd door Grootmeester Fra‘ Jean de la Vallette het eiland tijdens het lange beleg van de Turken tussen 18 mei en 8 september 1565.

Na deze overwinning worden de stad en de haven van Valetta gebouwd, genoemd naar de stichter, Grootmeester Fra’ Jean de la Vallette. De Ridders voeren belangrijke bouwprojecten uit die het uitzicht van Malta vorm geven: paleizen en kerken, nieuwe vestingwerken en fantastische tuinen. De architectuur en het kunstmecenaat bloeien. Op het eiland wordt een nieuw groot ziekenhuis gebouwd dat als één van de best georganiseerde en meest efficiënte ter wereld werd beschouwd. Er wordt eerst een school voor anatomie gesticht en later een medische faculteit. De Orde draagt in het bijzonder bij aan de ontwikkeling van de oogheelkunde en de farmacologie.

Naast deze activiteiten nam de Orde gedurende meerdere eeuwen ook deel aan de belangrijkste militaire operaties in de Middellandse Zee ter bestrijding van de Ottomaanse marine en de Noord-Afrikaanse piraten. 

1571 De slag van Lepanto

Door deel te nemen aan de zeeslag bij Lepanto in 1571 droeg de vloot van de Orde bij aan de overwinning van de christelijke vloot die een einde maakte aan de Ottomaanse expansie in Europa.

1798 Ballingschap 

Twee eeuwen later, bij de veldtocht naar Egypte in 1798, werd Malta vanwege zijn strategische ligging bezet door Napoleon Bonaparte. De Ridders waren gedwongen het eiland te verlaten, onder meer op grond van de regel die hen verbood strijd te voeren tegen andere christenen. Het Verdrag van Amiens van 1802 bevestigde weliswaar de soevereine rechten van de Orde op het eiland Malta maar werd nooit toegepast.

1834 Rome

Na tijdelijk verbleven te hebben in Messina, Catania en Ferrara, vestigde de Orde zich in 1834 definitief in Rome, waar zij het “Palazzo Magistrale” of “Palazzo di Malta” in bezit heeft, gelegen aan de Via Condotti 68 en de “Villa Magistrale” of “Villa Malta” op de Aventijnse heuvel; beide hebben exterritoriale status.

In the 20ste en 21ste eeuw

In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt de oorspronkelijke opdracht van hulpverlening en verpleging opnieuw de hoofdtaak van de Orde; in de vorige eeuw wordt die taak nog uitgebreid door de bijdragen van de Grootpriorijen en de Nationale Verenigingen die in vele landen overal ter wereld actief zijn. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog onder Grootmeester Fra’ Ludovico Chigi Albani della Rovere (1931-1951) vinden hulpverlening en ziekenverpleging op grote schaal plaats.

De activiteiten werden uitgebouwd onder de leiding van Grootmeester Fra' Angelo de Mojana di Cologna (1962-1988) en Fra’ Andrew Bertie (1988-2008), teneinde de meest afgelegen regio’s van de planeet te bereiken.

Kenmerken van de Orde

Als rechtspersoon naar internationaal publiekrecht beschikt de Orde over een eigen grondwet en eigen instellingen en geeft ze tevens paspoorten en postzegels uit. De Luitenant van de Grootmeester Fra' Marco Luzzago, werd op 8 November 2020, gekozen als hoofd van de Orde.

De Orde onderhoudt tevens diplomatieke betrekkingen met meer dan 110 landen, waarvan vele niet katholiek zijn. Ze wordt officieel vertegenwoordigd bij de belangrijkste Europese staten, de Europese Commissie en de belangrijkste internationale organisaties. Doordat de Orde van Malta neutraal en apolitiek is kan zij als bemiddelaar optreden tussen staten die in een conflict verwikkeld zijn.

Door verder te bladeren op deze site, accepteert u het gebruik van persoonlijke gegevens voor statistische informatiedoeleinden met betrekking tot browsen. Zie het privacybeleid voor meer informatie.